De manier waarop je gehecht bent, bepaalt hoe je later in je leven relaties aangaat. Ik merk dat verlatingsangst het liefdesleven van stellen beïnvloedt. “Het staat in de weg!" Ik ga dan op zoek naar de oorsprong van dit patroon.” Die blijkt vaak te liggen in vroege hechtingsstijlen.
Overlevingsstrategie
Hechtingsstijlen zijn eigenlijk overlevingsstrategieën. Het is hoe we als kind hebben geleerd om te gaan met de liefde en aandacht van onze ouders. Als die liefde niet altijd veilig en beschikbaar was, ontwikkelen we patronen die ons in ons volwassen leven kunnen belemmeren in het aangaan van echte intimiteit.
De drie onveilige hechtingsstijlen
Er bestaan verschillende hechtingsstijlen. Naast de veilige hechting – waarbij er vertrouwen en ruimte is voor verbinding én autonomie – zijn er drie ‘onveilige’ varianten:
1. de Angstig-ambivalente hechting(verlatingsangst): dan zoek je voortdurend bevestiging, wil samensmelten met je partner en bent bang om verlaten te worden.
2. Angst-vermijdende hechting(bindingsangst): dan zoek je afstand zodra iemand te dichtbij komt en heb je moeite met kwetsbaarheid.
3. Angstig-gedesorganiseerde hechting: een combinatie van verlatingsangst én bindingsangst. Deze stijl leidt vaak tot verwarring en tegenstrijdig gedrag in relaties.
In de praktijk trekken mensen met bindingsangst en verlatingsangst elkaar vaak aan – een dynamiek die leidt tot ‘liefdesbange relaties’. Ze raken verstrikt in een dans van afstand en nabijheid. De één zoekt samensmelting, de ander duwt weg. En zodra de ander vertrekt, ontstaat er paniek.
Veel mensen herkennen patronen in zichzelf die de liefde, waar ze juist zo naar verlangen, in de weg staan. Ze herkennen de liefdesbange dynamiek van verlatingsangst en bindingsangst. Herken jij dit ook, en wil jij jezelf helen van je verlatingsangst of bindingsangst?
De wortels van deze patronen liggen meestal in de vroege kindertijd. “Hechtingsstijlen ontstaan in de eerste levensjaren, waarin de eerste ervaringen rondom hechting worden opgedaan in contact met de moeder als eerste hechtingspersoon, omdat we uit haar geboren worden.
Ook de rol van vader is bepalend voor hoe de verdere hechting tot stand komt. De eerste ervaringen zorgen voor een belangrijke imprint, het zijn de bouwstenen voor later in je leven.
Een belangrijke saboteur in liefdesrelaties is een onverwerkte moederwond. Iedere liefdesrelatie brengt je in de basis terug bij de eerste relatie uit je leven, die met je moeder.
Niet alleen in de liefde, maar ook in vriendschappen of werkrelaties laten onze hechtingsstijlen zich zien. “We nemen onszelf en onze manier van gehechtheid overal mee naartoe. Dus hoe jij reageert in een liefdesrelatie, zegt vaak ook iets over hoe je je verhoudt tot anderen in bredere zin.
Het goede nieuws: ja, hechtingsstijlen kunnen veranderen. Maar het vraagt moed, toewijding en bewustzijn. Het begint bij herkennen en erkennen van je patronen, zonder oordeel.
Die patronen waren ooit een slimme oplossing – een manier om jezelf te beschermen. Maar weten en begrijpen is niet genoeg. De echte verandering gebeurt pas als je gaat voelen. Als je bereid bent die oude pijn onder ogen te zien en te dragen. Daar begint de heling.
Overlevingsstrategie
Hechtingsstijlen zijn eigenlijk overlevingsstrategieën. Het is hoe we als kind hebben geleerd om te gaan met de liefde en aandacht van onze ouders. Als die liefde niet altijd veilig en beschikbaar was, ontwikkelen we patronen die ons in ons volwassen leven kunnen belemmeren in het aangaan van echte intimiteit.
De drie onveilige hechtingsstijlen
Er bestaan verschillende hechtingsstijlen. Naast de veilige hechting – waarbij er vertrouwen en ruimte is voor verbinding én autonomie – zijn er drie ‘onveilige’ varianten:
1. de Angstig-ambivalente hechting(verlatingsangst): dan zoek je voortdurend bevestiging, wil samensmelten met je partner en bent bang om verlaten te worden.
2. Angst-vermijdende hechting(bindingsangst): dan zoek je afstand zodra iemand te dichtbij komt en heb je moeite met kwetsbaarheid.
3. Angstig-gedesorganiseerde hechting: een combinatie van verlatingsangst én bindingsangst. Deze stijl leidt vaak tot verwarring en tegenstrijdig gedrag in relaties.
In de praktijk trekken mensen met bindingsangst en verlatingsangst elkaar vaak aan – een dynamiek die leidt tot ‘liefdesbange relaties’. Ze raken verstrikt in een dans van afstand en nabijheid. De één zoekt samensmelting, de ander duwt weg. En zodra de ander vertrekt, ontstaat er paniek.
Veel mensen herkennen patronen in zichzelf die de liefde, waar ze juist zo naar verlangen, in de weg staan. Ze herkennen de liefdesbange dynamiek van verlatingsangst en bindingsangst. Herken jij dit ook, en wil jij jezelf helen van je verlatingsangst of bindingsangst?
De wortels van deze patronen liggen meestal in de vroege kindertijd. “Hechtingsstijlen ontstaan in de eerste levensjaren, waarin de eerste ervaringen rondom hechting worden opgedaan in contact met de moeder als eerste hechtingspersoon, omdat we uit haar geboren worden.
Ook de rol van vader is bepalend voor hoe de verdere hechting tot stand komt. De eerste ervaringen zorgen voor een belangrijke imprint, het zijn de bouwstenen voor later in je leven.
Een belangrijke saboteur in liefdesrelaties is een onverwerkte moederwond. Iedere liefdesrelatie brengt je in de basis terug bij de eerste relatie uit je leven, die met je moeder.
Niet alleen in de liefde, maar ook in vriendschappen of werkrelaties laten onze hechtingsstijlen zich zien. “We nemen onszelf en onze manier van gehechtheid overal mee naartoe. Dus hoe jij reageert in een liefdesrelatie, zegt vaak ook iets over hoe je je verhoudt tot anderen in bredere zin.
Het goede nieuws: ja, hechtingsstijlen kunnen veranderen. Maar het vraagt moed, toewijding en bewustzijn. Het begint bij herkennen en erkennen van je patronen, zonder oordeel.
Die patronen waren ooit een slimme oplossing – een manier om jezelf te beschermen. Maar weten en begrijpen is niet genoeg. De echte verandering gebeurt pas als je gaat voelen. Als je bereid bent die oude pijn onder ogen te zien en te dragen. Daar begint de heling.