Uit geen verwijten en spreek in wensen
We hebben vaak niet door in hoeverre we in verwijten praten. Hoezeer je dat doet, kun je aan de reactie van de ander zien. Als de ander namelijk verdedigend of geërgerd reageert, heb je zelf een aanvallende of verwijtende opmerking gemaakt. Het lastige hierbij is dat we wél de verwijten in de communicatie van iemand anders voelen, maar dat we onze eigen verwijten niet doorhebben. Woordjes als ‘dan’, ‘nog’, ‘toch’ of ‘wel’ kunnen van een zin een verwijtende zin maken. Proef het verschil: “Hoe laat ben je thuis?” “Hoe laat ben je dan thuis?”. Ook waar de klemtoon valt speelt een belangrijke rol in welke boodschap je uitzendt.
We hebben vaak niet door in hoeverre we in verwijten praten. Hoezeer je dat doet, kun je aan de reactie van de ander zien. Als de ander namelijk verdedigend of geërgerd reageert, heb je zelf een aanvallende of verwijtende opmerking gemaakt. Het lastige hierbij is dat we wél de verwijten in de communicatie van iemand anders voelen, maar dat we onze eigen verwijten niet doorhebben. Woordjes als ‘dan’, ‘nog’, ‘toch’ of ‘wel’ kunnen van een zin een verwijtende zin maken. Proef het verschil: “Hoe laat ben je thuis?” “Hoe laat ben je dan thuis?”. Ook waar de klemtoon valt speelt een belangrijke rol in welke boodschap je uitzendt.